
Mediale werken Sam Landuyt
Ethica en moraal
Forum van ontmoeting
Abstract
Men is in het Westen gewend om ethica en moraal te definiëren, te benaderen, te evalueren vanuit de rede en redelijkheid. Ethica en moraal worden als begrippen behandeld. Ethica en moraal moeten zodoende bij voorkeur ‘logisch’ gegrond zijn en niet willekeurig opgelegd. Of ze moeten volgen uit, aansluiten bij de ‘natuur van de dingen’ (premissen), waarbij de natuur van de dingen tegenwoordig veelal enkel gedacht wordt als de biologische/fysieke, aardserealiteit. Al hebben velen geprobeerd deze evidentie te forceren – denken we maar aan al de monsterachtige ideologieën en zelfs religieuze stelsels die we recent meegemaakt hebben en nog meemaken - mensen komen steeds weer terug tot een benadering van uit redelijkheid. Waaruit dan wetten en regels volgen als even zo vele min of meer fraaie kinderen van moraal en ethica (= filosofische formulering, maar nog geen wijsheid daarom).
Maar ontstaan moraal en ethica wel uit de redelijkheid? Zijn ze van oorsprong logisch en logisch verstaanbaar? Moeten ze dat zijn? Zijn het weliswaar waardeoordelen, maar nog steeds oordelen? En vooral, als de redelijkheid haar voeten niet meer terugvindt omdat ze de oorsprong van zichzelf niet meer kent of verstaat, wat dan? God, als de Schepper en Oorsprong van alles (theologie, ontologie) dus ook van moraal en ethica, of als ‘Centraal Bindend Principe’ (filosofie) werd dood verklaard of is verdeeld geraakt over vele nieuwe goden. Geld en macht zijn er een paar van. De mensheid die zijn plaatsvervanger wilde zijn is hopeloos in zichzelf verdeeld geraakt. Het is alsof het woord uit de Bijbel bewaarheid wordt: “Ik zal de herder slaan en de schapen zullen verstrooid worden”. Wat nu?
Zou het kunnen dat zowel ethica als moraal hun ontstaan en oorsprong te danken hebben aan de emotionele mens en van de gevoelens die er uit gegroeid zijn? Dat emoties en gevoelens de voedsterouders zijn van ethica en moraal?
Wat en hoe kunnen ethica en moraal bijdragen tot ons leven en werk, in het bijzonder tot ons spiritueel werk van heling? Kan de ethica en moraal een veld van samenwerking zijn en een forum van ontmoeting? Kunnen ze ons helpen elkaar te vinden en beter te verstaan in onze benadering en werkwijze en omgang met elkaar? (S.L.)
1. Het doorlopen parcours
Het in "Boek Een" beschreven parcours doorlopen we retrograde, van het heden naar het verleden, terug naar ‘In den Beginne’. In den Beginne staat evengoed voor een individueel begin van een menselijke existentie als dat het het begin was van de mensheid. Onze zoektocht begint met de vaststelling dat momenteel de communicatie via onze emoties en gevoelens – de voedsterouders van onze ethica en moraal - rampzalig dreigt te worden, onderontwikkeld en onopgevoed als ze zijn en gediscrimineerd tegenover onze rede en intelligentie; wat leidt tot versplintering en vervreemding onderling tussen mensen en groepen – de Babelse spraakverwarring.
Onze emotionele en gevoelswereld gaf ooit vorm aan ons eerste, primitieve, prelogische bewustzijn. Daartoe behoort ook een eerste laag van morele en ethische gedragingen en gedragsregels, waarvan de biologische mens de voedsterouder is. Maar we ontdekken al vlug dat de mens meer is dan enkel een biologisch organisme en dat hij behalve een superontwikkeld zoogdier, een wezen is met een eeuwige natuur en bestemming, geroepen van uit de – zijn/haar - toekomst tot de voltooiing van zijn bestemming, met zielsvermogens en de wil er aan verbonden en met een geest die het platform is van ontmoeting met alle interne en externe levensbewustzijn, biologisch en geestelijk, om het even. Zelfs in de ontmoeting tussen God en de mens is de geest het platform, forum van Ontmoeting en dus van Communicatie, met de goddelijke Heilige Geest. Wetenschap en Wijsheid is er de vrucht van. Er is de ultieme menselijke wetenschap en wijsheid en er is de goddelijke Wetenschap en Wijsheid, waaraan de mens in Genade mag deel nemen. Dit noemen we als christenen dan de door Geloof en Openbaring Verlichte Rede en de werking/instorting van de Heilige Geest Gods in ons.
De mens is als de ‘hermafrodiet’ uit de aloude esoterie. Alleen gaat het niet om een man/vrouw hermafrodiet, maar om een vlees/geestelijk wezen, waarvan de ziel de onsterfelijke inspiratiebron is en blijft én om verdere ontwikkeling schreeuwt… Dat is in het boek de wereld van Dymphna, de naam van de ziel, mijn ziel… Dymphna - niet te verwarren met de Heilige Dymphna uit Geel - stelt zich voor in het boek en verhaalt over haar sfeer en werkinggebied: de zielsvermogens en de wil er aan verbonden en de geestelijke hartstocht, emoties en gevoelens die de ziel eigen zijn.
Moraal en vooral ethica blijken aldus een dubbele oorsprong en een dubbele ‘voeding’ te hebben. Hun waarden, leven en dynamiek worden gevoed en onderhouden van uit zowel de biologie als van uit de zielsvermogens/geest en de wil er aan verbonden. De existerende mens is er de ontmoetingsplaats van, het forum en mede de conflictoplossende actor.
De aanwezigheid van de geschapen geestelijke mens, de eeuwige, wezenlijke mens, wordt in onze geest vertegenwoordigd, spreekt in ons als het woord van ‘De Wet van U zelf’. Daarvan is de Wet van Mozes, als de ‘Wet van U Zelf’ zoals de mens Mozes die in zich gehoord heeft én gehoorzaam was , de meest bekende bij Joden en Christenen, nog beter gekend als ‘De Tien Geboden’. De eerste en voornaamste Geboden van de Wet van Mozes, degene die voor het doel van ons werk nodig zijn en geschikt worden uitvoerig en op een originele wijze voorgesteld. Voor het doel van ons werk worden uitvoerig de eerste en voornaamste Geboden van de Wet van Mozes op een originele wijze voorgesteld. Nadien volgt dan de confrontatie van “de Wet van Mozes en de Wet van U zelf in juxtapositie er mee gesteld”. Wat de genetische inprint is voor de biologische mens is de Wet van U Zelf voor de geestelijke mens: wetmatig
agerend. Mijn naam voor de ‘Wet van U zelf ‘- zoals Dé Wet in mij aanwezig is – is Johannes De Stoutmoedige. Door Johannes De Stoutmoedige wordt de Wet van U Zelf en de Wet van Mozes dan verder toegelicht en besproken.
Geleidelijk aan en bijna terloops zien we in het laatste deel C, de hoofdstukken III en vooral IV, een aanmatigende toe-eigening ontstaan in de verdere bespreking van de Wet van Mozes en de Wet van U Zelf en die culmineert in de zogenaamde ”vier volgende geboden van de Wet van Mozes en de Wet van U Zelf in juxtapositie ermee geplaatst”. Dit blijkt niets anders te zijn dan een in vivo voorstelling van hoe we op het spoor komen van de… Oerzondetoestand (Erfzonde/Genesis) en hoe die zich het Zelf toe-eigent. Onderwijl hebben we besproken hoe de mens, op eigen krachten en nog zonder de Genade te kennen van de Verlossing en Verzoening van Jezus Christus, met zichzelf en met zijn medemens leert te leven en hoe die menselijke ethica en moraal kan geformuleerd worden.
Maar de gewekte onrust in mij, door de voorstelling van het gebod van “de Liefde tot de Vader in de liefde tot zichzelf als metafoor gegeven” (Deel C hoofdstuk IV) brengt me in een existentiële crisis, gewetenscrisis zeg maar. Tegen alles en allen in kom ik er toe te zeggen: “ Dit is niet waar!” En op slag gaan me de ogen open en zie ik de misleiding, de verleiding en wat ze kan veroorzaken… En ik ben opgelucht en herken terug Jezus Christus in mij, zoals ik Hem al heel mijn leven ken en herken en erken. Het was wel even spannend. Op het moment van de beslissing stond ik er alleen voor. Ik had me vergist; ik zag het ineens en het was over. Mijn ‘bronnen verenigd’ zullen toch wel even hun astrale of hemelse adem ingehouden hebben, zo vermoed ik.
2. De praktische gids van ethica en moraal
Het eerste boek besluit daarop. In het tweede boek zal hopelijk het Antwoord van God op de Oerzonde en de Verlossingsdaad van Jezus Christus in Zijn Leven, Dood en Verrijzenis verhaald worden. Daar hoort de Verzoening tussen God en mens bij en de Voltooiing van de Verlossing in ieder van ons. Daartoe behoort ook de noodwendige Heling van de gevolgen van de oerzonde in ieder van ons. Concreet en pragmatisch. Met aanwijzing van alle hulpmiddelen en wegen daartoe.
Deze voltooiing van de Verlossing gaat elke mens op aarde aan. Ze wordt gebracht in en door de samenwerking van de individuele mens en Jezus Christus en van al wie Hij daartoe zendt en opdracht geeft, evenals de Heling van de mens van de gevolgen van de zonde – van elke zonde “waarvoor vergeving mogelijk is”. Ze betrekt niet alleen degenen die zoals ze genoemd worden ‘het zout der aarde’ zijn. Het is het doel van het leven op aarde van elke mens afzonderlijk én van de mensengemeenschap als één geheel. Over de eigen religie en intelligentie heen. Over de generaties en reïncarnaties en hun karmische verwikkelingen heen. Het is de weg terug van De Verloren Zoon naar Het Vaderhuis en het verwerven van het Volwassen Kindschap Gods, ook nu al op aarde. Dat is wat verstaan wordt onder ‘de ontwikkeling van een nieuwe dimensie in de mens’ en wat zich daarvan aan de einder van de toekomst aanbiedt aan wie het kan of mag zien. Ondertussen lijdt en verglijdt de oude wereld in zijn eigen assen van ondergang en zelfdestructie. Dat ook lijkt wel meer en meer duidelijk te worden.
WETTIGING En Het Zij Zo erkent de wettigheid ervan niet zonder er aan toe te voegen dat de Voltooiing van de verlossing door Jezus Christus, zoals ze door de Vader in de Hemel aan Hem toevertrouwd en opgedragen werd, zich in elke mens thans voltrekt en geleidelijk aan de mens zal verlossen en helen van de gevolgen van de Oerzonde die in elk van hen nog welig tieren en aanwezig zijn en beletten dat de mens zijn toekomst ziet en begrijpt in haar ware gedaante, opdracht en betekenis. (&). En Het Zij Zo!
3. Het Woord van Geborah tot besluit van Boek Een
INFORMATIE
Het Zij Zo zegt en het is Geborah die spreekt tot u, Sam en tot al de lezers van uw meesterlijk werk dat Boek Een van Ethica en Moraal genoemd is door u. Zij zegt: gegroet Sam, gegroet u allen die door Sam dit werk lezen en deelachtig worden aan de boodschap ervan. De Genade van de Heer Jezus Christus zij met u allen. Amen! En Het Zij Zo! Het Zij Zo! En Het Zij Zo!
We gaan verder. Het Zij Zo zegt en Geborah spreekt tot u allen, hier aanwezig als lezers en aandachtige toehoorders van wat Ik, Geborah, bij monde van Sam Landuyt u wens toe te voegen aan wat hij als algemeen besluit heeft gesteld. Het is immers bij wijze van samenwerking tussen hem en wat hij terecht noemt ‘Onze bronnen verenigd’ dat dit werk over Ethica en Moraal ontstaan is en geschreven werd ten behoeve van al degenen die kunnen en wensen toe te horen en in de praktijk van hun leven toe te passen wat ze hier horen; in alle vrijheid van hun geweten en kritische zin. Amen!
De gevolgen van de oerzonde zijn u inmiddels bekend als vormen van genetische of erfelijk (biologisch) en karmisch (geestelijk) overgedragen stoornissen van het menselijke gedrag. Ze zijn ook niet alleen of singulier. Hij of zij is allereerst en vóór alles een mede-mens, verwekt door mede-mensen en opgevoed en onderwezen door mede-mensen. Hij of zij gedraagt zich dan ook, meer dan hij of zij vermoedt als een medemens en niet zo maar als een eigenzinnig of koppig individueel gegeven. Al dient gezegd dat één van de grote ontwikkelingslijnen van de menselijke historiciteit er in gelegen is uit de gemeenschappelijkheid uit te groeien tot een individualiteit, met eigen vrijheid en wendbaarheid en de verantwoordelijkheid ervan. Op deze weg ontmoet de mens, elke mens, echter een rits van moeilijkheden waar hij of zij niet om gevraagd heeft, maakt hij uit gebrek aan inzicht of intelligentie fouten en zelfs meer dan dat: hij of zij maakt zich schuldig aan eigen zonde en/of misdaden of misdrijven allerhande, een encyclopedie vol. Zo gewend geraakt is de mens aan deze verstoorde persoonlijkheid dat hij/zij ze als de ‘normale’ status is gaan beschouwen, als eigen aan de menselijke soort… Liegen, bedriegen, usurperen, misleiden, overheersen , het wordt alleen overtroffen door… zichzelf beliegen en bedriegen, zichzelf misleiden en overheersen naar wat het ego gebiedt of aanbiedt, van uit de opvoeding en de biologische gegevens. Meer en meer tracht de mens zichzelf te herleiden tot ‘maar een organisme’, dat heer en meester speelt over dit wezentje dat hij enkele decennia te wezen heeft. Een schouwspel, tragikomisch soms, soms gewoonweg dom en dubbelzinnig genoeg om er hopeloos van te worden.
Maar dit is enkel de donkere zijde van de mens, die hij/zij evenzeer koestert als dat hij of zij er onder lijdt, zonder er tegen te ageren of te rebelleren, want… het is nu eenmaal het Lot dat heerst en beheerst en niet de mens die soeverein zichzelf bestuurt of zin en betekenis geeft aan zijn leven. Zo weze het echter niet voor wie wil luisteren naar de inwendige stem van zichzelf, zichzelf durft te ontmoeten in het Geweten Zelf en de zielsvermogens en de wil er aan verbonden toelaat zich te manifesteren en te ageren als wezenlijke actoren in elke mens, in het Geweten Zelf en de innerlijke stem er aan verbonden. Hoe zo?
Tot nader order was en is de mens vergeten dat er, op de weg naar de innerlijkheid een aanwezigheid is van zichzelf als Zichzelf, u zelf, aangesproken als U Zelf. Dit eerste boek geeft de aanzet tot de dialoog en de ontmoeting ermee. Ethica en Moraal, Forum van Ontmoeting.
In het tweede Boek - Ethica en Moraal Boek Twee - dat hierop volgt zullen we praktisch en concreet zijn en deze praktijk – in de praktijk en dagelijkse ervaring gebracht dus – zal de proef op de som zijn van wat er in het eerste boek met zoveel woorden gezegd is. Geen Woord zonder Tegenwoord. Geen ernst zonder realisatie ervan in de existentiële beleving.
-
Ethica en Moraal - boek 1: Deel A en Deel B (pdf-versie)
-
Ethica en Moraal - boek 1: Deel C (pdf-versie)
-
Ethica en Moraal - boek 2 (pdf-versie)
-
Ethica en Moraal: trefwoordenlijst boek 1 en boek 2 (pdf-versie)