top of page

Heling en Heilswerk

Voorwoord

Hoe de Bijlagen van Daden van Zorgzaamheid een hoofdonderwerp werden in Heling en Heilswerk

 

Het merendeel van Heling en Heilswerk werd oorspronkelijk geschreven als Bijlagen bij het essay van Daden van Zorgzaamheid. Want, al is Daden van Zorgzaamheid er “voor iedereen” en geschreven in een begrijpelijke taal, toch komen, vooral op het einde van het essay, “Onze Bronnen Verenigd” tussen bij monde van Geborah, één van mijn eigen spirituele Bronnen, en brengen correcties aan of voegen iets belangrijks toe aan mijn discours. (Heling en Heilswerk pag. 4). Mede met het feit dat ik me in dit essay als een “volgeling van Jezus Christus” uitspreek en ook zo schrijf - iets wat niet meer zo gebruikelijk is in de humane wetenschappen van tegenwoordig - noopte dit tot een nadere uitleg van wie ik ben en voor wie en wat ik sta. En dat gebeurde in de Bijlagen.

 

Want ik ben niet alleen een psychiater-psychotherapeut, maar ook een Christen en een christelijk

geïnspireerde mens én bovendien een spiritueel medium sinds 35 jaar, zij het inderdaad ook weer van christelijke origine en betekenis.

 

Omdat echter deze Bijlagen zoals altijd door mijn Spirituele Bronnen geïnspireerd werden, tot in de titels van de kapittels toe, evolueerden ze daar, in Daden van Zorgzaamheid, snel tot een apart geheel. Terwijl Daden van Zorgzaamheid de zorgsector als zodanig betreft en de mensen ook zo aanspreekt, beschreven deze Bijlagen alras een tweede stap, tweede stadium in de Heling en het Heilswerk van de mens: Heling en Heilswerk op spirituele wijze van het Zelf van de mens, in de subjectiviteit en de individualiteit ervan. Een tweede stadium dat niet ‘eigen’ is aan de courante, gewende zorgsector, die zich beperkt tot de existentiële mens en de kommer en kwel van het bestaansik.

 

En later, als derde en laatste stadium, volgt daarop nog de ‘Voltooiing van de Verlossing’ door Jezus Christus Zelf en in Persoon. Daar waar de mens in een eerste stadium zichzelf niet meer kan behelpen (Autonome Zelfheling) of niet afdoende kan geholpen worden door andere medemensen (Daden van Zorgzaamheid in de zorgsector) heeft hij in een tweede stadium nog de Heling en Heilswerk ter beschikking die de Spirituele Sferen hem kunnen geven op zijn/haar vraag. En daar waar zelfs de Spirituele sferen en dimensies niet meer bij machte zijn om de mens algeheel te verlossen (Voltooiing

van de Verlossing) en te genezen/te helen van de gevolgen van de Oerzondetoestand, daar kan de mens in een derde en ultiem stadium uiteindelijk beroep doen op Onze Verlosser en Heiland, Jezus Christus, die op aarde kwam om dit contact te leggen en er Zijn leven voor veil had…

 

Daarom besloot ik de Bijlagen van Daden ven Zorgzaamheid onder te brengen in een apart essay:

Heling en Heilswerk. Dit vindt u hieronder.

 

In een derde werk vertel ik later het Verhaal van mijn Vriend. Het betreft het verhaal van de Ontmoeting-in-Genade met Jezus, de Christus, in Persoon, die ik “Mijn Vriend Jezus” mag noemen.

Deze Ontmoeting verhaalt eigenlijk het derde stadium waarover sprake is hierboven. Het heeft echter – dat spreekt vanzelf – een eigen, heel specifiek karakter en ontstaansgeschiedenis. Boeiend en onverwacht.

 

Eeuwigheid en existentie – de avontuurlijke mens – en gelukkig dat God er is! (pdf - 83 pag.)​

Varia

Correctie 2016

 

Van hart tot hart

Of de geboorte van de Ethica uit de emotionaliteit als haar voedsterouders en waarvan het hart de baarmoeder is.

26.08.2015.

De mierenhoop en het hart, bloed en bloedvatenstelsel:

Twee primitieve en vergelijkbare vormen van sensitief – emotioneel groepsbewustzijn. S.L.

 (22.08.2015. Sessie van Autonome zelfheling ‘duale vorm’/hier solo wegens opname cardiologie)

 

De mierenhoop - beeldverhaal in beeldtaal 

Ik zie een langwerpige zwarte holte in een boomstam, met zuivere randen. Mieren lopen in en uit. In de holte is een mierennest. Mieren vertrekken van daar in lange colonnes om voedsel te zoeken en naar het nest te brengen.

Situatie 1: een aap met een stokje kotert in de holte en eet enkele mieren en larven op. De mieren vallen niet echt aan, ontwijken eerder en negeren de aap en zijn stokje.

Situatie 2: een kind (bengel) schopt met zijn voet in het nest. De mieren vallen massaal aan. Het kind is in gevaar! Een duik in het water is nodig om zich te bevrijden van de aanvallende mieren.

 

Commentaar

De mieren van de mierenhoop en de aap zijn eeuwenlang elkaar en elkaars gewoonten gewend. Vallen elkaar niet aan. Dit is genetisch bepaald. Mieren vallen wel massaal aan bij een ongewende, ruwe aanval: tolerantie is hier niet in de genen opgenomen.

Hart: bij massale aanval is stuitende, orde scheppende ingreep nodig. Het hart is daarmee weer ‘gerust’ en herstelt als het voelt dat er geen nieuw gevaar is en er zorg voor gedragen wordt enz. Dit is wat nu te doen staat tegenover mijn hart, na een plots, totaal onverwacht hartinfarct van drie weken geleden. Eens de orde terug hersteld is en de biologische parameters weer veilig zijn, is een zachtaardige, voorzichtige, zeer goed in de hand gehouden revalidatie nodig. Dit zal het hart goed aanvaarden en integreren (Cf. duale heling van het autonome zelfbeeld en fytotherapie en homeotherapie).

 

Verdere bespreking en vergelijking

Het mierennest, met zijn binnen en buiten over en weer lopende mieren, is één groot geheel met een groepsbewustzijn, genetisch overgedragen en bepaald. Er is hier geen sprake van uitgebreid individueel bewustzijn of ‘ego’ of reflectief bewustzijn, wel van primitief emotioneel, sensitief groepsbewustzijn, een,  één, entiteit waaraan alle mieren tegelijk in groep deelnemen, elk dan weer gedifferentieerd volgens zijn functie in de groep (werksters, soldaten bvb). De variaties in de richting van de bewegingen, nodig voor het zoeken van het voedsel en het aanbrengen en opstapelen ervan in het nest, zijn van tactische aard en  situationeel en niet genetisch bepaald. Ze vormen de ‘modus’ , de ‘formulering’ op het concrete aardse veld van de erfelijk bepaalde informatiepatronen. Vergelijk Nikolaas Tinbergen (1907 – 1988) en Konrad Lorenz  (1903 – 1989): dierenpsychologie, broeden van eenden en het door hen verwoorde verschil in aangeboren, genetisch gedrag en tactisch, situationele formulering van deze genetische aanleg.

 

Deze vorm van primitief emotioneel groepsbewustzijn van een mierenhoop is vergelijkbaar met de vorm van primitief emotioneel bewustzijn (dat voornamelijk van vegetatieve aard is) van hart, bloedvaten én bloedcellen in circulatie, genomen als één structureel geheel. Het kan ook een entiteit genoemd worden - genetisch ingegeven, tactisch bestuurd.

 

Het gedrag van ‘mierennest’ en van ‘hart, bloedcellen en bloedvatenstelsel’ vertoont op zijn minst analogieën met elkaar:

  • Reactie op een hevige, onverwachte externe aanval: aangepast ingrijpend gedrag volgens behoefte van het moment: collectieve aanval van de mieren, operatie van het systeem nodig  bij het menselijke hart, bloedcellen en bloedvatensysteem, enz.

  • Bij acute cardiale aanval: aanval stuiten en orde scheppen met medicatie (biochemie, farmacotherapie) en aangepaste verzorging en gedrag (chirurgie).

  • Revalidatie nadien op maat van de gewone biologie. Hier past dan fytotherapie, homeotherapie en klassieke revalidatie. Hier past ook de meditatieve heling van de oorspronkelijke stoornis die de aandoening veroorzaakt heeft. Ze gebeurt in drie fases:
    1. touch van de symptomen/het syndroom; nog geen genezing!
    2. Indrukkingfase of kennismaking met het oorspronkelijke trauma of stoornis zoals het de emotionele, fysiologische mens getroffen heeft en waarvan het biologische ziekteproces  een mislukte gelukte vorm van omgang en aanpassing is
    3. in bekentenis nemen, d.i. aanvaarden van de oorspronkelijke stoornis en haar oorzaken als van zichzelf.

© Alle werken van Sam Landuyt zijn auteursrechtelijk beschermd en mogen bijgevolg niet worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, digitale versie of op welke andere wijze dan ook, zonder onze voorafgaande schriftelijke toestemming.
bottom of page